Art nouveau ontstond 130 jaar geleden (in 1893) in Brussel, toen Victor Horta het Hotel Tassel onthulde: een heus manifest voor de nieuwe stijl. Met dat pand wist hij zich te onderscheiden door het gebruik van ijzer en smeedwerk in een herenwoning. Binnenruimten kregen daardoor een opener karakter, omdat licht en lucht vrij kunnen circuleren. In die tijd was Brussel een smeltkroes voor artistieke en intellectuele stromingen. Er werden grootschalige stadswerken uitgevoerd. Tal van Brusselse architecten en kunstenaars - als Henri Van de Velde en Paul Hankar - namen de stijl in hun werken over.
De art nouveau wilde breken met de stijlen uit het verleden en kunst ontwikkelen die het dagelijks leven zou verfraaien. De beweging verspreidde zich al snel over heel Europa en groeide uit tot een vluchtige trend waaraan rond 1910 een einde kwam. Vandaag zijn een duizendtal gebouwen in de art-nouveaustijl in de hoofdstad terug te vinden.
In het kader van haar opdrachten ondersteunt en financiert Urban heel wat initiatieven die de art nouveau in de kijker plaatsen. Een van de doelstellingen van Urban is immers gericht op de bescherming van het gewestelijk cultureel erfgoed dat meer aandacht verdient. De inwoners van Brussel mogen trots zijn op hun stad, zich bewust zijn van haar schoonheid en bijdragen tot een overdracht van het uitzonderlijk erfgoed aan toekomstige generaties.
Via het programma Art nouveau Brussels 2023 - uitgewerkt in samenwerking met visit.brussels en verschillende andere partners - wil Urban het brede publiek laten kennismaken met de pareltjes in ons Gewest en Brussel profileren als hoofdstad van de art nouveau. Tegelijk wordt er op langere termijn aandacht voor het erfgoed gevraagd. Het programma wil ook dieper ingaan op specifieke thema's, het debat op gang brengen en pistes voor reflectie aanreiken rond de link tussen art nouveau en de huidige uitdagingen op het vlak van architectuur, stadsrenovatie en erfgoedbeheer.